Door: Marieke van Willigen
Mijn groente koop ik bij de Pers, ben een liefhebber van de Libanese keuken en heb de Nederlandse vertaling van de Koran gelezen. Ik doe waarschijnlijk mee aan ‘cultural appropriation’ door me in mijn kledingstijl te laten beïnvloeden door Afrikaanse stoffen. Ook: ik heb nauwelijks collega’s van kleur en mijn studenten journalistiek hebben vooral witte gezichtjes en een zachte ‘G’. Wat is inclusiviteit eigenlijk?
Het woord ‘inclusieve samenleving’ is de opvolger van ‘diverse samenleving’ in de jaren ’80 en ’90, wat weer de opvolger is van ‘multiculturele samenleving’ de term uit de jaren ‘60 tot ongeveer ‘80. Een echte inclusieve samenleving gaat over onderlinge verbondenheid. Dat gaat dus verder dan ‘diversiteit’, een term die eerder duidt op het accepteren van elkaars verschillen. Doen we dat, verbinden we ons met elkaar?
Witte mannen
Het goede nieuws: we gaan vooruit. Vroeger moesten protestanten op de brandstapel (lees ook: Het slopen van kerken en vermoorden van gelovigen; de oorlog tussen christenen in Nederland), nu vormen ze samen met de Katholieken de politieke partij CDA. De acceptatie van homo’s en lesbiennes komt op gang. Vrouwen kunnen studeren en werken. Dit alles en nog veel meer, was vroeger wel anders. Het heeft zeker duizend jaar geduurd voor we zo ver waren met onze maatschappelijke inclusiviteit. We komen van ver, vroeger stond juist Nederland bekend om wrede straffen zoals vierendelen. Ons rechtssysteem is inmiddels ontwikkeld: iedereen heeft recht op een advocaat.
Vaak denk ik: We moeten niet zeuren, maar open blijven staan voor anderen en het proces het proces laten gaan. Maar ik heb makkelijk praten: ik ben een ‘white privileged woman’. Wit, hoger opgeleid, Nederlands paspoort, hetero. Bovendien is dat proces niet zo positief, ik zie juist steeds meer verdeeldheid in de samenleving. Nieuwe politieke partijen, aangevoerd door witte mannen, bloeien op door de verdeeldheid in de samenleving en wakkeren die juist aan.
Ik bel mijn bevriende collega Etchica Voorn, schrijfster van het boek Dubbelbloed. “Typisch Nederlands om ‘niet teveel zeuren’ te zeggen”, vindt ze. We moeten wél zeuren volgens Etchica, ze neemt Duitsland als voorbeeld: “Vanaf klas één leren de kinderen er over de nationale misdaden uit de Tweede Wereldoorlog. Juist door het erover te hebben, kun je het veranderen.” En verandering is nodig. Een houding van ‘het proces het proces laten’ helpt daar niet bij. Etchica Voorn: “Als je bedenkt dat jij nu als vrouw geen les zou mogen geven, wat honderd jaar geleden het geval was, ga je niet geduldig wachten tot de samenleving daar rijp voor is.”
Er tekent zich volgens haar een steeds grotere kloof tussen de media, de politiek en de samenleving af. De eerste twee zijn niet bepaald een afspiegeling van de maatschappij. “Kijk ook eens naar de opleidingen journalistiek. Naar de journalisten op de televisie die steeds weer voorbij komen. Weinig mensen van kleur, terwijl dat in de samenleving wel zo is. Zo verwijderen de media zich steeds verder van de samenleving, terwijl juist de media positieve invloed kunnen hebben op inclusiviteit.”
Ander perspectief
Het is inderdaad goed om het geheel in groter perspectief te zien en niet vanuit mijn eigen, witte bevoorrechte eilandje. Als we inclusief willen zijn, ons met elkaar willen verbinden, moeten we elkaar op zijn minst kennen. Vooroordelen werken niet, ze staat onderlinge relaties in de weg. Vooroordelen zijn volgens mij ontstaan uit angst voor verwarring. Je plaatst een groep in een hok, zodat je daar van buitenaf makkelijk iets van kunt vinden (lees ook: hoe kijken Nederlanders naar Polen?). Terwijl er in feite meer overeenkomsten zijn dan verschillen.
Ik weet waar ik het over heb, omdat ik in een orthodox- christelijk reformatorisch milieu ben opgegroeid. Ja, we moesten zondags twee keer naar de kerk en ik mocht bepaalde kleding niet dragen. Maar ook in fundamentalistische kringen houden ouders van hun kinderen en willen ze het beste voor hen. Ook in fundamentalistische kringen wordt gelachen en geknuffeld. Fundamentalisme is niet meer dan een subculturele interpretatie van de werkelijkheid.
Vorig jaar studeerde ik in de avonduren filosofie. De filosofe Hannah Arendt (1906 – 1975) maakte indruk. Als Joodse is ze de Holocaust ternauwernood ontsprongen. Als iemand wist wat de gevolgen waren van níet inclusief denken, was zij het wel. Door haar oorlogservaring, zag ze dat ruimte tussen de mensen het belangrijkste is. Onderlinge ruimte maakt de gezichtspunten tussen de mensen duidelijk, zodat je in verscheidenheid samen kunt leven. “De wereld wordt bewoond door mensen, niet door de Mens,” betoogt Arendt. En zo is het maar net.
Dit essay verscheen ook op www.jurkenvanmaria.nl de blog van journalist/docent Marieke van Willigen.
Bronnen:
Hannah Arendt: De vrijheid om vrij te zijn, Atlas, 2019
Etchica Voorn: Dubbelbloed, de Knipscheer, 2017
Amnesty
Ewald Vanvught: Roofstaat. Nijgh en van Ditmar 2015
Gesproken Bron: Etchica Voorn, 12–1-2021