Nieuw NederlandNieuw Nederland
  • HOME
  • ONDERZOEK
    • EEN VREEMDE TAAL IN VIER WEKEN
    • EXPEDITIE SENNEROOG
    • HET STEREOTYPE
    • VIRUSPROBLEMEN
  • TAAL
    • WOORD VAN DE DAG
  • CULTUUR
  • BEROEP
  • MENSEN
  • OVER ONS
  • CONTACT
14/01/2021 door Amy van de Wiel

Hoe corona de banenmarkt voor immigranten beïnvloedt

Hoe corona de banenmarkt voor immigranten beïnvloedt
14/01/2021 door Amy van de Wiel

De coronacrisis raakt de gehele samenleving hard, ook de nieuwe Nederlanders. Wij onderzochten hoe groot de impact van de crisis op hen is geweest. Deze week komt er elke dag een andere invalshoek aan bod. Redacteur Amy van de Wiel onderzoekt de banenmarkt. 

Vlak voordat de tweede lockdown in december begon, gingen medewerkers van enkele opslagcentra in Nederland protesteren. Veel van hen waren buitenlandse uitzendkrachten, ook wel arbeidsmigranten genoemd. Ze zijn het zat om hard te werken voor een laag loon. De reden voor dit protest, was de mogelijke halvering van de zondagstoeslag. Dit is het extra loon dat werknemers krijgen als ze op een zondag of feestdag werken. Het zou niet meer van deze tijd zijn, vinden werkgeversorganisaties van Nederlandse supermarkten. En dat terwijl de winsten van supermarkten door de sluiting van de horeca juist gestegen zijn.

Een van de protesterende distributiecentrums is Detailresult Groep. Zij zorgen voor de gevulde schappen in onder andere supermarkt Dirk. Tussen de medewerkers staat ook Michiel Al: hij is de actiecoördinator van vakbond FNV. Hoewel hij tevreden is over de opkomst, merkt hij het effect dat uitgeoefend is op werknemers om niet te staken. “Als de Poolse uitzendkrachten zouden gaan staken, is de kans groot dat ze hun baan verliezen. Ook hun werkvergunning kan worden ingetrokken, waardoor ze terug naar Polen kunnen.” zegt hij in een interview met NH Nieuws.


Arbeidsmigranten in Nederland

Volgens het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten zijn er 400.000 arbeidsmigranten uit Europa werkzaam in Nederland. 250.000 daarvan komen uit Midden- en Oost-Europa blijkt uit cijfers van het Centraal Planbureau (CPB). Het CPB verwacht dat dit aantal de komende jaren alleen maar gaat toenemen. Tussen 2005 en 2015 is het aantal werknemers met een niet-Nederlandse nationaliteit met drie procent toegenomen. Wel 95 procent van die toename is afkomstig uit Midden- en Oost-Europa. Arbeidsmigranten werken vooral in sectoren als distributie, land- en tuinbouw, schoonmaak, vleesverwerkende sector en de bouw, blijkt uit het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. In 70 tot 80 procent van de gevallen werken ze voor een loon dat lager is dan 15 euro per uur. Vaak verblijven ze in woningen die door werkgevers of uitzendbureaus zijn samengesteld. Met veel mensen bij elkaar, weinig privacy en weinig mogelijkheden om afstand te houden. Dit maakt ze kwetsbaar voor het oplopen van het coronavirus. Gemeenten spelen een rol in slecht huis-onderhoud van arbeidsmigranten, vind het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Zij zien het als een voorteken van arbeidsuitbuiting en mensenhandel.

Misverstanden onder migranten

Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten kwam afgelopen december met een rapport over het beleid van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis. Uit het rapport blijkt dat er veel misverstanden leven onder migranten. Ze spreken vaak slecht Nederlands waardoor ze bijvoorbeeld snel boetes krijgen voor kleine dingen. Dit zijn problemen die niet in een dag zijn opgelost, zo staat in het rapport. Susana Rivas heeft daar ook ervaring mee. Ze komt uit Mexico en verhuisde vorig jaar naar Nederland. Deze maand loopt het huurcontract van haar woning af en ze weet niet precies waar dat aan ligt. “Ik moet geloof ik aan mijn huisbaas laten zien dat ik genoeg geld heb om de huur te betalen. Ik wil de regels in Nederland graag leren, maar het zijn er erg veel. Dat maakt het lastig.” Uit een rapport van de Tweede Kamer uit 2011 blijkt dat zulke problemen niet per se door de coronacrisis komen: tien jaar geleden kwamen soortgelijke problemen ook al voor onder immigranten.


Ook de kennismigrant heeft het moeilijk

De arbeidsmigranten zijn niet de enigen die worden geraakt door de coronapandemie. Ook de kennismigrant heeft het moeilijk. Je bent een kennismigrant wanneer je een speciale verblijfsvergunning hebt om binnen een jaar een baan in Nederland te vinden. Hier zitten een aantal voorwaarden aan vast: hiervan zijn de belangrijkste dat je bent afgestudeerd aan een bepaalde universiteit, je gepromoveerd bent of wetenschappelijk onderzoek hebt verricht. Dit noemen we de verblijfsvergunning ‘zoekjaar hoogopgeleiden’. Als je na het zoekjaar geen baan hebt gevonden, verloopt je verblijfsvergunning. Uit gegevens van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, blijkt dat eind 2018 ruim 71.000 migranten een verblijfsvergunning in Nederland hadden om te werken, en ruim 28.000 om te studeren. Ook Susana Rivas is een kennismigrant. Ze heeft de master telecommunications gevolgd in Mexico en probeert haar diploma nu om te zetten naar een Nederlands document. “Hier in Nederland lijkt mijn master een heel andere functie te hebben. Het is te vergelijken met het werk van een onderzoeker.”

Door de coronacrisis is het voor veel kennismigranten lastiger geworden om binnen een jaar een baan te vinden. Vooral voor afgestudeerden van buiten de Europese unie staat veel op het spel. Ze betalen per jaar zeker vijf keer zo veel collegegeld als Nederlandse studenten, schrijft NOS. Het is de investering waard, omdat ze na de studie een baan in ons land kunnen vinden. Maar nu is dat nog maar de vraag:  veel vacatures zijn namelijk verdwenen. Teruggaan naar het geboorteland kan ook niet zomaar, want met de salarissen daar kunnen schulden vaak niet afbetaald worden, zegt een Indiase student in een interview met NOS. In een openbare facebookgroep delen duizenden kennismigranten hun tips en ervaringen met het zoeken van een baan tijdens de coronapandemie.
Behoefte aan buitenlandse ondernemers

Nederland is één van de zeventien lidstaten in de EU dat een beleid heeft voor het aantrekken van startende ondernemers van buiten de EU. Dat komt naar voren uit onderzoek van EMN Netherlands. Ook zijn we het enige land waarin het verplicht is om gekoppeld te worden aan een zakelijke begeleider. Daarnaast is Nederland de enige lidstaat waar buitenlandse ondernemers met alle vragen terecht kunnen bij een Entry point. Dit is een loket waar ondernemers terecht kunnen vanaf het moment dat ze overwegen naar Nederland te komen. Ondanks deze investeringen laat het ministerie van Justitie en Veiligheid weten dat het niet van plan is om het ‘zoekjaar’ te verlengen. 

Ook Susana is op zoek naar een baan in Nederland. Als ze voor december 2021 geen baan vindt, moet ze terug naar Mexico. “Ik heb er ondanks alles vertrouwen in dat ik een baan ga vinden in Nederland. Ik heb al wat ervaring in mijn vakgebied dus dat vergroot mijn kansen.” Wel moet ze nog wat beter Nederlands leren, zegt ze. “De taalcursussen zijn erg duur. Ik leer nu Nederlands door mee te kijken bij de online schoollessen van mijn zoon.” Ook Dan Mala uit Kenia is op zoek naar een baan, nu ongeveer negen maanden. Hij heeft er al tientallen sollicitaties opzitten, maar zonder succes. “Ik denk dat meer mensen op zoek zijn naar een baan in de coronacrisis. Dat verkleint voor mij de kansen. Het lijkt alsof Nederlanders sneller worden aangenomen.”

En de internationale studenten dan?

Met de internationale studenten in Nederland zit het net wat anders. Zo blijkt uit een onderzoek van EMN Netherlands dat de meeste internationals na hun afstuderen juist weer teruggaan naar hun eigen land. Nederland laat sneller internationale studenten toe dan andere EU-lidstaten. De toelatingsprocedure is korter dan in andere landen en er is een breed aanbod aan Engelstalige opleidingen. Ook op deze studenten heeft de coronacrisis natuurlijk invloed. Duizenden mensen ondertekenden een petitie om korting te geven op het collegegeld, iets wat uiteindelijk ook is gebeurd. Kees Gillesse van het Interstedelijk Studenten Overleg zegt tegen NOS dat hij studenten ziet die in grote financiële problemen zitten. Zij kunnen het collegegeld niet meer betalen. “Daardoor dreigen ze hun verblijfsvergunning te verliezen” aldus Gillesse.


Wat is er wél mogelijk?

De coronacrisis heeft er voor gezorgd dat digitaal werken is toegenomen. Dit kan er in de toekomst voor zorgen dat er meer arbeidsmigranten komen en minder kennismigranten, is te lezen op de website van Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) doet tweemaal per jaar onderzoek naar de minst en meest kansrijke beroepen in Nederland. Door de coronacrisis is de banenmarkt erg veranderd, schrijft het UWV op hun website. De laatste keer dat het UWV dit onderzoek uitvoerde, was afgelopen december. Daaruit blijkt dat de meeste banen op dit moment in de bouw- en zorgsector zijn te vinden. In beide gevallen gaat het hier om 31 verschillende functies. In de bouw gaat het dan vooral om middelbare beroepen zoals metselaars en stukadoors. In de zorg gaat het vooral om hoogopgeleiden zoals verpleegkundigen en tandartsen.

Beroepen in de praktijk

Rabiea Alshikkador was tandarts in Syrië en verhuisde bijna 2,5 jaar geleden naar Nederland. Hij kan zich goed voorstellen dat tandartsen makkelijk een baan vinden in Nederland. “Andere Syrische tandartsen die ik sprak, vonden meteen een baan in Nederland”. Rabiea is op dit moment bezig met een taalcursus Nederlands. Door de coronacrisis duurt het langer voordat hij op examen kan. “Naar verwachting duurt het nog ongeveer 1,5 jaar voordat ik mijn examens afgerond heb”. Bij het omzetten van een Syrisch naar Nederlands diploma, ervaarde Rabiea niet veel problemen. “Wel moet ik nog wat extra cursussen doen in mijn vakgebied. Ze verwachten in Nederland net wat meer”. Rabiea begon met een stage bij een tandartspraktijk waarbij hij terecht kwam door een uitzendbureau. De stage is nu gestopt door corona. Hij wil zijn tandartscarrière graag in Nederland voortzetten. Nu gaat dat niet, want door de coronacrisis nemen praktijken geen nieuwe mensen meer aan.

Naast de bouw- en zorgsector doet ook de industriesector het goed op dit moment. De sector staat op de tweede plaats met 24 verschillende kansrijke beroepen. Het gaat hierbij vooral om middelbare beroepen zoals lassers en pijpfitters. Sergiu Chirica uit Roemenië is nu iets meer dan een jaar pijpfitter bij het bedrijf Stork. Voor dit artikel was hij benaderd om over zijn ervaringen te vertellen. Helaas had hij pas na de deadline voor dit artikel tijd.

Lees ook: Iraakse winkeleigenaresse: Ik probeer het beste van twee culturen naar voren te laten komen
Vorige artikelPodcast #8: Het Taalkwartiertje - Nederlands leren in het AZCBedrijfslevenVolgende artikel Woord van de dag: Houdoe

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rating recept




Meest recente berichten

De nieuwe regels op een rij20/01/2021
Muziek met… Daniel17/01/2021
Cultuurles16/01/2021
Langeafstandsrelatie in coronatijd? Julian: “Dat was geen pretje”16/01/2021
Een week vol nieuws15/01/2021