Ik voel het niet. Het lukt me niet.
Lidwoorden. Simpel, toch? Dat zou je denken.
Ik ben in Nederland geboren en opgegroeid. Ik ben mijn hele leven lang naar school in Nederland geweest. Toch lukt het me niet. Wanneer ik een woord zie, kan ik het niet verbinden aan een lidwoord. Ik voel die rot lidwoorden niet goed aan. Mensen kijken er gek van op. ‘Je hebt het gymnasium gedaan, doet de opleiding journalistiek en vervolgens begrijp je niet wanneer er ‘de’ of ‘het’ voor het woord ‘ijs’ moet?’ Dat klopt. Nu ik dit typ, zou ik nog steeds niet weten met welk lidwoord ik ijs moet verbinden.
Het vreet aan me. Want geloof het of niet. Wanneer ik een verkeerd lidwoord gebruik, word ik direct minder serieus genomen. Dat is pijnlijk vind ik zelf. Vaak ben ik bang dat ik over een aantal jaren een serieus baantje heb, een presentatie aan het houden ben en vervolgens de ene na de andere taalfout maak. Maakt het me onzeker? Misschien. Is dat jammer? Ja. Is het nodig dat ik hier onzeker van word? Nee.
Mijn moedertaal is Armeens. Tot ongeveer mijn zevende levensjaar had ik last van een taalachterstand. Mijn ouders konden niet goed/vrijwel geen Nederlands. Ik leerde alleen Nederlands op school. Dit zorgde ervoor dat ik naast school naar de logopedie moest voor extra taallessen. Ik had er moeite mee. En nog steeds.
En nu, 24 jaar later, heb ik nog steeds moeite met de lidwoorden. Maar wat maakt het nu uit? Je zegt het fout, lacht er om en gaat door met je leven. Ik ben een trotse journalist die houdt van diepgang in stukken en heerlijke fouten met lidwoorden blijft maken. Rock it! En die baas bij wie ik over een aantal jaren een presentatie moet geven? Ik zou tegen mezelf willen zeggen dat het oké is en het nergens voor nodig is om hier onzeker over te zijn. Ik ben een dochter van een immigrant en ook zulke dingen zijn onderdeel van mijn bagage in het leven.
2 reacties